De vragen en antwoorden die u hieronder leest, werden geregistreerd gedurende de slotronde van het WK 2024. Een gedenkwaardige wereldtitelstrijd vanwege de machtsontplooiing van ene Tadej Pogacar, 364 dagen per jaar kopman van Tim Wellens. Alleen zondag was dat niet het geval. Wellens werd door de Belgische bondscoach geselecteerd om Remco Evenepoel aan een unieke grand slam te helpen: in één jaar de dubbel (weg/tijdrit) pakken in zowel WK als Olympische Spelen.

Zoals Wellens vooraf in onze krant voorspelde, beloofde het realiseren van Remco’s stunt geen sinecure te worden. De Truienaar kreeg overschot van gelijk. Gelijk dat hij al kon toegeven nog voor Pogacar een laatste keer de eindmeet had overschreden.

Wellens: “De koers is nog niet afgelopen. Maar het feit dat iedereen hier al op de bus zit, spreekt boekdelen. Tadej heeft iedereen naar huis gereden. Mij letterlijk zelfs (lacht). Persoonlijk heb ik hem niet zien wegrijden. Op dat moment zat ik een beetje te ver. Het was een verrassing dat hij al zo ver voor de aankomst voor de aanval koos. Ik wist dat hij niet ging wachten tot de laatste ronde. Maar deze aanval moest wel heel erg ver dragen om succesvol te zijn.”

Je zegt: ‘ik wist dat hij niet tot de laatste ronde zou wachten’. Heb je die informatie ook binnen de Belgische ploeg gedeeld?

“Nee, omdat ik niet wist of wat Tadej me had gezegd om te lachen was of niet. Ik denk niet dat het veel verschil gemaakt zou hebben.”

“Uiteraard hadden we meer vooraan moeten zitten wanneer iemand als Tadej aanvalt. Ik denk echter niet dat iemand hem had kunnen volgen”

Tim Wellens

Je rijdt nog een sterke kopbeurt achter hem, als een van de weinigen kan je nog wat tijd afknabbelen van zijn voorsprong.

“(Knikt) Remco had gezegd: voluit! Dus ben ik voluit gegaan. In die fase van de wedstrijd kregen we weinig steun van de andere landen. Maar ze moeten natuurlijk ook kunnen. Victor en Quinten reden superhard, waarna ik mijn laatste effort deed. Ik dacht dat Remco vervolgens ging aanvallen. Maar misschien was het beter om te wachten.”

Jullie zitten met zijn zessen op de bus naar de afloop te kijken. Zijn er fouten gemaakt in het Belgische kamp?

“Fouten is veel gezegd. Uiteraard hadden we meer vooraan moeten zitten wanneer iemand als Tadej aanvalt. Ik denk echter niet dat iemand hem had kunnen volgen. Iedereen die hem ziet vertrekken, denkt eraan om mee te springen. Maar het feit dat hij alleen weg rijdt, bewijst dat niemand mee kon.”

Jij behoort als enige landgenoot wel tot het winnende kamp.

“Correct. Maar dat was niet mijn reden om naar hier af te reizen. De wijze waarop Tadej hier rondrijdt… (schudt het hoofd) Ik denk niet dat iemand het vandaag jammer vindt dat hij de koers wint.”

De bijdrage van jouw papa mag ook niet onderschat worden.

“Gedurende die ene training achter de brommer heeft hij wellicht de basis gelegd voor deze wereldtitel (lacht). Alle gekheid op een stokje, ik ben nog met Tadej gaan trainen vooraleer hij afreisde naar Zürich en hij ging die rit nog wat spanning op de benen zetten. Wel, de waardes die hij toen met me deelde waren ronduit indrukwekkend. Hij was klaar voor deze opdracht.”

Het mentaal overwicht van Tadej op de concurrentie wordt op deze manier enkel groter, niet?

“(Knikt) Alle profrenners zullen danig onder de indruk zijn. Iedereen die ambitie heeft voor Lombardije, bergt die trouwens beter op. Tadej is immers supergemotiveerd voor dat monument. Omdat hij de eerste kan zijn die de Ronde van Lombardije viermaal op rij wint.”

Hij kan ook viermaal op rij wereldkampioen worden zoals de kaarten nu voorliggen.

“Inderdaad. Maar met dit wereldkampioenschap zat hij al lang in zijn hoofd, hoor. Tijdens Milaan-Sanremo keek hij zijn ogen uit toen hij Mathieu van der Poel helemaal in het wit uitgedost zag. Hij vond dat super chic. Waarop ik hem toesprak: ‘Ja maar, onder een Sloveense kampioenentrui kan je toch ook perfect een witte broek aantrekken’. En hij weer: ‘Nee nee Tim, ik ga wereldkampioen worden en pas dan kan ik die witte broek aantrekken’. Ik denk dus dat we hem meermaals helemaal in het wit getooid zullen zien.”