Kjeld Nuis wordt volgende maand 35 jaar, maar is nog lang niet afgeschreven. Vorig seizoen beleefde hij naar eigen zeggen ‘echt een bizar goed seizoen’ en ook nu voelt hij zich top. Net als vorig jaar, zegt hij: “Ik weet nog dat ik bij Bert Maalderink (NOS-verslaggever, red.) voor de camera stond een week voor het World Cup-kwalificatietoernooi en dat hij vroeg ‘Je hebt nu drie wedstrijden gereden, alle drie gewonnen, hoe gaat het?’ Super goed ging het. Diezelfde avond lag ik te rillen in mijn bed en kreeg ik griep. Super kut, daar doe je niks aan.”
De rest van het seizoen was raar, vat hij in sneltreinvaart samen met gevoel voor humor: “Wel starten, niet starten, rust houden, NK dat mwah mwah gaat, wel een titel, dan het EK, weer een titel. Vervolgens ging ik gruwelijk hard op mijn bek in Salt Lake City, weliswaar na de finish. Toen moest ik geforceerd fit worden voor het WK afstanden en daar ging ik met zilver en brons naar huis. De troost was toen wel dat, ook al was ik helemaal fit geweest en ik had twee topraces gereden, had ik waarschijnlijk ook zilver en brons gepakt. Hooguit twee keer zilver.”