De Internationale Wielerunie UCI heeft Eli Iserbyt (26) een schorsing van drie veldritten opgelegd na het trapincident met Ryan Kamp (Fenix-Deceuninck) tijdens de Exact Cross in Beringen van vorige week zaterdag. Dat bevestigt zijn team Pauwels Sauzen-Bingoal zaterdag via een persbericht.
De Belgische kampioen zal daardoor niet aan de start staan van de Exact Crossen in Essen en het Nederlandse Heerderstrand (26 oktober) en zal ook de eerste Superprestigemanche in Ruddervoorde van morgen/zondag aan zich voorbij moeten laten gaan.
De 26-jarige Iserbyt kwam tijdens de be MINE Cross in Beringen in aanvaring met zijn Nederlandse oud-ploegmakker Ryan Kamp. Beide renners kwamen ten val, maar daarop revancheerde de West-Vlaming zich door op de spaken van het achterwiel van Kamp te stampen. De UCI-commissarissen zetten Iserbyt daarop prompt uit koers en legden hem meteen een boete van 100 Zwitserse frank of 106,39 euro op.
Daar bleef het echter niet bij, want de UCI heeft nu ook een bijkomend vonnis geveld dat Iserbyt naast een bijkomende boete van 2500 Zwitserse frank (omgerekend 2659,71 euro) een schorsing van drie wedstrijden moet ondergaan. De Belgische kampioen mag zijn rentree in het veld maken tijdens de Druivencross van zondag 27 oktober in Overijse.
Iserbyt reed na de bewuste cross van Beringen donderdag wel nog de Kermiscross van Ardooie, waarin hij als tweede eindigde achter zijn ploegmakker en Europees kampioen Michael Vanthourenhout. Daar meldde Iserbyt dat hij na het incident wel reeds contact had genomen met Kamp. Volgens Iserbyt was de zaak van de baan, maar daar dacht de UCI dus anders over.
Jurgen Mettepenningen, teammanager van Pauwels Sauzen-Bingoal reageerde ontgoocheld over de bijkomende straf. “Eli heeft zich al publiekelijk verontschuldigd, alsook bij Kamp zelf. Ik had gehoopt dat zijn straf met een diskwalificatie en boete al achter de rug was. Deze bijkomende sanctie zal invloed hebben op het Superprestige-klassement. Daarnaast misloopt Eli ook startgelden en is dit ook jammer voor de organisatoren van deze drie wedstrijden. Dit kon de UCI anders opgelost hebben”, vindt Mettepenningen.
